Vogelgriep vastgesteld op legbedrijven in Lunteren

20 apr 2022

 

In de 1 kilometerzones rondom de besmette bedrijven liggen vijf andere bedrijven met pluimvee. Deze bedrijven worden uit voorzorg door de NVWA geruimd om verspreiding naar de omliggende bedrijven te voorkomen. De besmette  bedrijven liggen in een pluimveedicht gebied. Wanneer er niet preventief geruimd wordt, kan de besmetting zich in dit gebied snel naar omliggende bedrijven verspreiden.

Binnen de 3 kilometerzones liggen 52 andere pluimveebedrijven die door de NVWA worden bemonsterd voor onderzoek op vogelgriep. Daarnaast worden deze bedrijven de komende 14 dagen intensief gemonitord op ziekteverschijnselen die op vogelgriep kunnen wijzen. Een deel van de bedrijven in de 3 kilometerzone zijn al meegenomen in de bemonstering en monitoring na de besmetting in Barneveld van 15 april 2022. In de 10 kilometerzones liggen nog 232 andere pluimveebedrijven, voor deze zones geldt per direct het vervoersverbod. Een groot deel van deze bedrijven ligt in de zone waar eerder een vervoersverbod voor is afgekondigd na de besmettingen in Lunteren van 12 april 2022 en Barneveld van 15 april 2022.

Voor beide besmette bedrijven worden aparte beperkingsgebieden (3 en 10 kilometerzone) en regelingen ingesteld. Zie hieronder.

Sinds de besmetting van een pluimveebedrijf in Voorthuizen op 19 april 2022 geldt al een vervoersverbod voor risicovogels in de ‘regio 7’ Gelderse Vallei Noord en daarnaast een vervoersverbod voor risicovogels voor ‘regio 10’ Gelderse Vallei Zuid die al was ingesteld na de besmetting in Barneveld op 15 april 2022. Op het vervoersverbod voor risicovogels in ‘regio 7’ en ‘regio 10’ geldt, onder strikte voorwaarden, een uitzondering voor vervoer naar de slacht en het vervoer van eendagskuikens.

Vervoersverbod

Het vervoersverbod in de 3 en 10 km zones heeft betrekking op alle vogels en broed- en consumptie-eieren vanaf een locatie met vogels. Ook geldt het verbod voor mest van vogels en gebruikt strooisel, en voor andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met gevogelte.

Advies deskundigengroep

De besmetting van het legbedrijf in Voorthuizen is nu de derde besmetting in deze regio in twee weken tijd. Waar tot nu toe doorgaans besmettingen waarschijnlijk veroorzaakt werden door besmetting vanuit wilde watervogels, is het de vraag hoe deze recente besmettingen in de Gelderse Vallei tot stand zijn gekomen. Het betreft een pluimveedicht gebied waar relatief weinig watervogels komen. Het ministerie van LNV heeft de Deskundigengroep Dierziekten daarom gevraagd de situatie te duiden en gevraagd of er extra maatregelen mogelijk zijn om verdere verspreiding te beperken.

Landelijke maatregelen

Er gelden nog altijd landelijke maatregelen zoals een verbod op het bezoeken van vogelverblijfplaatsen van risicovogels, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Onder risicovogels vallen gehouden hoenderachtigen (zoals kippen), watervogels en loopvogels.

Ook de landelijke ophok- en afschermplicht is nog onverminderd van kracht. De ophokplicht geldt voor commercieel gehouden vogels, deze worden naar binnen gebracht (behalve fazanten, sierwatervogels en loopvogels). Voor niet-commercieel gehouden risicovogels (hoenderachtigen/kippen, (sier)watervogels en loopvogels), bijvoorbeeld in dierentuinen, kinderboerderijen en van eigenaren van vogels en kippen, en voor commercieel gehouden fazanten, sierwatervogels en loopvogels, geldt een afschermplicht. Op de website van de NVWA is meer informatie te vinden over hoe dit het beste kan. Ook is er een verbod ingesteld op het tentoonstellen van pluimvee, watervogels en loopvogels.

Traceringsonderzoek

In het kader van de besmetting op de locatie in Lunteren wordt, zoals gebruikelijk, een traceringsonderzoek gedaan naar risicovolle contacten. Indien nodig worden naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek aanvullende maatregelen genomen.

 

Terug naar overzicht