AVINED: Actuele informatie LPAI H3 in België
9 mei 2019
Het aantal uitbraken in België van het niet bestrijdingsplichtige LPAI type H3N1 blijft verontrustend toenemen. Voor zover onze informatie strekt zijn inmiddels 33 besmettingen vastgesteld. De getroffen bedrijven betreffen 13 vleesvermeerderingsbedrijven, 15 legbedrijven (zowel binnen- als uitloop), 3 kalkoenbedrijven en 2 vleeskuikenbedrijven. De klinische symptomen op de bedrijven zijn snelle daling van eiproductie (van 20%-100%) en hoge sterfte (tot 50% en hoger). Daarentegen waren de klinische verschijnselen op de kalkoenbedrijven milder.
Het Ministerie van LNV heeft gemeld dat het H3-virus genetisch zeer vergelijkbaar is met een virus dat een paar jaar geleden in een wilde vogel in Nederland is aangetroffen. Het is door het Belgische referentielaboratorium Sciensano getest met een pathogeniciteitsindex van 0,13; dit is ver onder de drempelwaarde van 1,2 die een HPAI vogelgriepvirus definieert. Dit laagpathogene karakter wordt tevens bevestigd door het feit dat het virus ook in enkele stallen zonder klinische problemen is gevonden en dat de klinische problemen in de kalkoenen zeer beperkt zijn.
Volgens de Belgische overheid kan het virus alleen dus niet verantwoordelijk zijn voor de klinische problemen die worden waargenomen. Aan de basis ligt dan ook waarschijnlijk een co-infectie van dit H3-virus met een andere pathogeen of een combinatie van pathogenen. Hoewel in sommige stallen bekende pathogenen als Infectieuze bronchitis en E. coli werden geïdentificeerd, is er geen enkele gemeenschappelijke factor (behalve het griepvirus) ontdekt tussen de geïnfecteerde stallen. De precieze aard/oorzaak van het probleem is daarom nog niet duidelijk.
De Belgische FAVV heeft op basis van epidemiologisch onderzoek geen gemeenschappelijke factor van verspreiding gevonden. Het verspreidingspatroon in de praktijk lijkt waarschijnlijk het resultaat van een combinatie van verschillende besmettingsroutes, nl. lokale verspreiding en verspreiding via contacten binnen de sector.
Gezien de omvang en de impact van de problematiek, heeft de Belgische pluimveesector aan hun Minister gevraagd om de betrokken bedrijven te ruimen of te slachten. Over een beslissing daarover is nog geen officiële informatie ontvangen.
Nederlandse situatie
Tot nu toe zijn geen signalen bekend over problemen ten gevolge van H3N1 LPAI in Nederland. Gezien de snelle toename van besmettingen is extra preventie nodig om te voorkomen dat het LPAI virus zich uitbreidt naar Nederlands grondgebied. De AVINED adviescommissie pluimveegezondheidszorg heeft daarom afgelopen maandag afgesproken om stappen te ondernemen meer zicht op de situatie te krijgen, waaronder informatie van welke bedrijven geïmporteerde producten (broedeieren, eendagskuikens en opfokdieren) afkomstig zijn en op welke Nederlandse bedrijven deze zijn geplaatst. Hiervoor is ook de steun gevraagd van LNV. Op deze wijze kan een eventuele versleping snel worden getraceerd en indien nodig worden gemonitord. Om de risico’s voor insleep te beperken is in de commissie afgesproken middels private afspraken voor het vervoer van (broed)eieren, eendagskuikens, opfokdieren en slachtdieren vanuit België gebruik te maken van bestaande hygiëneprotocollen die worden gebruikt ten tijde van een AI uitbraak in Nederland. Dit advies is door IKB overgenomen. Uit een rondgang door AVINED langs de verschillende organisaties blijkt dat inmiddels het vervoer van dieren vanuit de getroffen regio naar Nederland reeds 1:1 plaatsvindt, met dubbele reiniging en ontsmetting (R&O). Voor opfokdieren wordt naast klinische inspectie bij transporten vanuit de getroffen regio een PCR test genomen voorafgaand aan vervoer. Consumptie eieren worden in het getroffen gewest 1:1 opgehaald met dubbele R&O en in het overige landsdeel middels R&O voorwaarden zoals in het Nederlandse bezoekersprotocol is omschreven. Ook de mengvoederindustrie werkt volgens ditzelfde R&O protocol. De betreffende protocollen zullen de loop van de dag op de AVINED thema pagina vogelgriep worden geplaatst.
Voorts is met LNV is contact opgenomen om via de officiële kanalen meer informatie te ontvangen over de ontwikkelingen. De Nederlandse Chief Veterinary Officer (CVO) heeft nauw contact met haar Belgische collega en wordt door hem geregeld geïnformeerd. AVINED staat in nauw contact met LNV, WBVR en GD om de ontwikkelingen nauwgezet te volgen.
Bioveiligheid essentieel
Gezien de ernst van de situatie benadrukt AVINED het belang dat alle pluimveehouders, erfbetreders, transporteurs en bedrijven in de pluimveesector alle bioveiligheidsmaatregelen strikt uitvoeren en alert te zijn op klinische verschijnselen van AI.
Samen sterk om een besmetting buiten de deur te houden.
BRON:AVINED